Wat is stereotekenen
Stereotekenen is een leuk woord voor tekenen en schrijven met 2 handen. Behalve dat het voor jong en oud een aantrekkelijke manier van tekenen en schrijven is, is het goed voor de ontwikkeling van kinderen, zowel motorisch als cognitief.

Bord van Mesker
De Nederlandse neuroloog prof. Mesker heeft in de vorige eeuw veel onderzoek gedaan naar het effect van tweehandig werken op de ontwikkeling. Het bleek voor veel kinderen niet alleen goed te zijn voor de motoriek, maar ook de verstandelijke ontwikkeling werd erdoor bevorderd. Oorspronkelijk werd in het horizontale vlak gewerkt, maar Mesker merkte dat het makkelijker was om in het verticale vlak met 2 handen tegelijk te werken. Het ‘bord van Mesker’ dat hij ontwikkelde, noemen we nu het stereotekenbord.
Motorische ontwikkeling – asymmetrische, symmetrische en lateralisatie fase

In het eerste levensjaar zie je bij een baby regelmatig trappelen met de voeten en na een maand of 8 het kruipen. Mesker noemt dit bewegingen uit de fase van de ‘Slurfmotoriek’: een actie geeft reflexmatig een tegenreactie aan de andere kant. Bij trappelen strekt één been, de ander buigt gelijktijdig. Bij kruipen gaan één hand en één knie naar voren, de andere twee reflexmatig naar achteren. Als één hand knijpt, gaat de andere hand open.
In de volgende fase ontstaat symmetrie, het gelijktijdig bewegen van 2 handen of 2 benen. Met 2 benen tegelijk op een trampoline springen, met 2 handen tegelijk een bal kunnen gooien. Als je een kind vraagt om hard met één hand te knijpen, zal de andere hand ook knijpen. Het hele lichaam doet hetzelfde; een bal wordt gegooid van hoofd (mond open) tot teen (op de tenen staan bij het gooien).
Na deze fase kan een kind ook met 2 handen samenwerken of met handen en voeten samenwerken (de schoolslag bij zwemmen, touwtje springen, draaien en springen). Als één hand bijv. schrijft, beweegt de andere hand niet meer mee, zoals in de symmetrie fase. Deze fase noemt Mesker de ‘lateralisatie fase’.
Laat jonge kinderen veel tweehandig spelen/werken
Zoals hiervoor beschreven helpt veel tweehandig spelen/werken de hersenen rijpen: de asymmetrische of slurvende tweehandigheid wordt symmetrische tweehandigheid, en van symmetrische tweehandigheid naar stabiele onafhankelijke éénhandigheid. Bovendien blijken de rijpere hersenen in de lateralisatiefase ook de beste ondergrond om te leren lezen, rekenen en schrijven. Stereotekenen helpt met de ontwikkeling van de leervoorwaarden, de overgang van groep 2 naar groep 3, van kleuter naar schoolkind.
Voorbeelden van stereotekenen
Hieronder een aantal voorbeelden van stereotekenen met verschillende materialen: op het whitebord, krijtbord, op papier, in scheerschuim of in zand. Met vingers (in zand, scheerschuim, met vingerverf), met krijt, met wasco, met potloden, met stiften, etc.

Tot 6 jaar kunnen we kinderen hun fantasie de vrije loop laten:
‘Teken met je ene hand.’
‘Kun je het ook met je andere hand?’
Kun je het ook met 2 handen?’
Voor kinderen vanaf 6 jaar:
hierna een opbouw in schrijfpatronen van eenvoudig naar moeilijk.

Veel teken- en schrijfplezier!